Vanochtend sinds enige tijd weer eens alleen gewandeld.
Het was zonnig en rustig buiten, de blaadjes van de bomen ruisten zachtjes in een warm ochtendbriesje, af en toe snaterde er een eendje en er was een symfonie van prachtige geluiden hoorbaar uit de vele vogelkeeltjes die rondom mij vlogen.
Op een bankje keek ik hierna en voelde de rust van God op mij neerdalen, er kwam stilte in mijn binnenste. De onrust verdween en ik ervoer Zijn aanwezigheid en vrede.
Voor mij op het paadje zag ik allerlei steentjes liggen, grijs en kleurloos, grote en kleine steentjes, soms lag er een zwart of wit steentje dat afstak qua kleur van de rest, ik voelde mij als dat hele kleine onopvallende steentje, kleiner dan de meeste steentjes die daarnaast lagen, onbeduidend, onopvallend.
Maar plotseling scheen er een zonnestraal vol op dat kleine grijze steentje en ik zag dat het een stukje glas was, zodra de zon het stukje glas bescheen begon het te schitteren alsof het de kostbaarste diamant was, er ging zo`n grote schittering en schoonheid vanuit dat het mijn adem benam. Naast al die grijze stenen zag je een bijna bovenaardse schittering met daarin alle kleuren van de regenboog en er kwam spontaan bij mij een herinnering naar boven, uit mijn kindertijd, ik zal een jaar of twaalf zijn geweest dat ik een gedichtenboekje van Nel Benschop ik handen kreeg en er dit gedicht uit las:
“Het lag zomaar in het gras, een stukje glas, een ding van niets waar niemand naar zou talen, maar in het zonlicht lag het fel te stralen, alsof `t een helder brandend vuurtje was. Laat mij Heer, als dat stukje glas, zo klein en nietig, liggen in Uw Heilige handen, beschijn mij dan, opdat ik doe ontbranden, de harten die nog kil en kleurloos zijn.”
Best oubollige taal maar ik heb het schijnbaar al die jaren ergens opgeslagen en nu ik hier zo rustig zit op een bankje en kijk naar dit prachtige licht op dat onbeduidende stukje glas, kan ik alleen maar bidden en zeggen: “Here Jezus , dat is wat ik ook wil, door Uw liefde beschenen te worden en dan zien andere mensen om mij heen Uw prachtige licht, Uw liefde.”
Ook ervoer ik hoe vaak ik tegen mijn cliënten had gezegd wanneer ze in identiteitscrisis waren, dat het uiteindelijk niet gaat om wat je doet, maar wie je bent. Al zou je niets productiefs meer kunnen doen, maar gewoon de persoon zijn, die je bent, dan zou dat al genoeg zijn.
Een heel proces, om te gaan ervaren dat het niet om jouw presteren gaat. Op dat moment zag ik hoe ikzelf ook bezig was met waardering te ontvangen door alles wat ik deed, maar de waardering en waarde ontvang ik van de Here Jezus, Hij weet wie ik ben en ik mag in die stille wonderbaarlijke vrede gaan ervaren, hoe groot Hij is en hoe Hij ieder van Zijn kinderen wil beschijnen met Zijn licht, net als dat stukje glas.
Met deze vrede keer ik naar huis, naar de praktijk van alle dag, met alles wat voor mij ligt, maar gevuld met vreugde en vrede. Zoek, de stilte, God spreekt tot onze ziel in stilte.